Sivut kuvina
PDF
ePub

BERIGTEN.

Volgens eene mededeeling in het Weekblad van het Regt (n° 1720) werd, door het overlijden eener ouderen kinderlooze weduwe te Veendam, bekrachtigd een bij openbare akte ten jare 1848 verleden uiterste wil, waarbij de testatrice o. a. den executeur uitdrukkelijk had vrijgesteld van de hem, als zoodanig, bij de wet opgelegde verpligting tot verzegeling harer nalatenschap, voor het geval van afwezigheid van een of meer harer erfgenamen. Tengevolge van het bestaan van afwezige erfgenamen wilde echter de regter in het kanton Zuidbroek overgaan tot ambtshalve verzegeling, waartegen de executeur volgens den last, hem daartoe bij voormeld testament gegeven, zich verzettede. Door den heer voorzitter der arrondissements-regtbank te Winschoten werd ten dezen in kort geding beslist, dat de voorgenomene verzegeling onverwijld zou worden voortgezet; de executeur heeft zich aan deze beslissing onderworpen.

Op den 23 Junij j. 1. werd te Maastricht de zesde algemeene vergadering gehouden der broederschap van candidaat-notarissen in Nederland. Daarbij werd o. a. ter tafel gebragt een door het hoofdbestuur ontworpen adres, houdende verzoek aan Z. M. den Koning om de broederschap bij eene wet te doen erkennen als regtspersoon. De vergadering magtigde het hoofdbestuur om de indiening van dat adres ter gelegener tijd

te doen plaats vinden. Uit het verslag door den Heer J. E. VAN DEN ANDEL, als voorzitter, namens het hoofdbestuur uitgebragt bleek de toenemende bloei der broederschap. Voor de volgende algemeene vergadering werd aangewezen de stad Zwolle.

Tengevolge der waarschijnlijke wijziging van art. 2 van het reglement der broederschap, waardoor de loop van het maatschappelijk jaar in verband zal kunnen gebragt worden met de uitgave van het Tijdschrift, acht het hoofdbestuur der broederschap het raadzaam om de indiening van het bovenbedoelde adres tot na de beslissing over het voorstel dezer wijziging uit te stellen. Wij vernemen tevens, dat het in zijne eerste vergadering ter behandeling zal ontvangen een voorstel van zijnen voorzitter, of en in hoeverre het wenschelijk zij, dat namens de broederschap bij de hooge regering de vereischte stappen worden gedaan ter verkrijging eener instelling van plaatsvervangende notarissen, die bij afwezigheid, ontstentenis of overlijden van eenen notaris zullen aangewezen worden, om tot aan het tijdstip, waarop de afwezigheid of ontstentenis heeft opgehouden, of de vacature, door overlijden ontstaan, vervuld is, de praktijk waar te nemen.

PERSONEEL.

NOTARISSEN.

OVERLIJDEN, ONTSLAG, BENOEMINGEN.

Op den 15 April 1856 is overleden A. FORTUYN, Notaris te Raalte.

Op den 9 Mei 1856, H. J. WEYLAND, Notaris te Amsterdam.

Op den 25 Mei 1856, J. H. W. TEN BOKKEL HUMINK, Notaris te Neede, arrondiss. Zutphen.

Bij Zr. Ms. Besluit van 11 Mei 1856, no 71, is R. F. DEURVORST eervol ontslagen als Notaris te Nijmegen.

Bij Zr. Ms. Besluit van 8 Junij 1856, no 73, is J. VAN ECK ontslagen als Notaris te Delfshaven.

Bij Z. M. Besluit van 29 Junij 1856, no 66, zijn eervol ontslagen Mr. D. EVEKINK als Notaris te Zutphen, en P. DE JONG als Notaris te St. Oedenrode.

Bij Z. M. Besluit van 4 Julij 1856, no 64, is eervol ontslagen als Notaris te Giessendam J. D. VAN GENDEREN.

Bij Zr. M. Besluit van 26 Junij 1856, no 59, is benoemd tot Notaris te Rotterdam, A. A. REEPMAKER.

Bij Zr. Ms. Besluit van 26 Junij 1856, no 64, is benoemd tot Notaris te Krimpen op de Lek, R. H. NIERSTRASZ.

Bij Zr. M. Besluit van 29 Junij 1856, no 66, zijn benoemd tot Notaris, te Zutphen Mr. D. NYMAN, en te St. Oedenrode D. DE JONG.

Bij Zr. Ms. Besluit van 11 Julij 1856, no 92, is benoemd tot Notaris te Roozendaal, H. A. A. WENNING.

CANDIDAAT-NOTARISSEN.

In de maand Mei 1856 zijn door de Commissien uit de Provinciale Geregtshoven in de navolgende Provinciën bevoegd verklaard om tot Notaris te worden benoemd, de volgende personen:

[blocks in formation]

REGT EN WET,

TIJDSCHRIFT VOOR HET NOTARIS-AMBT.

BIJDRAGEN EN VERTOOGEN.

UITVOERDERS VAN UITERSTE-WILSBESCHIKKINGEN. AAN

VAARDING ONDER HET VOORREGT VAN

BOEDELBESCHRIJVING.

Onder bovenstaand opschrift vindt men, bl. 605 van het X deel van dit Tijdschrift, een vonnis der Arrondissements-Regtbank te 's Gravenhage vermeld, waarbij wordt beslist dat de erfgenaam onder het voorregt van boedelbeschrijving niet de bevoegdheid heeft het bezit en beheer der nalatenschap, bij testament aan executeuren gegeven, te doen ophouden.

De heer DIEMONT kan zich met dat vonnis niet vereenigen en treedt dientengevolge in eenige beschouwingen van het daarbij behandelde, waarin de gronden die hem tot een ander gevoelen leidden staan vermeld.

Het verwonderde mij mede, na de lezing van het evengenoemde, dat de Regtbank tot eene als de door haar gegevene beslissing was gekomen. Immers bleek

Zie bl. 609 en volg. XI DI., No. 4.

31

« EdellinenJatka »