Sivut kuvina
PDF
ePub

,,die schuldig wegens gekochte roerende goederen; nu ,,is die acte frauduleus en al mogt de fiscus magteloos ,,tegenover mij staan, ik deed echter mijn geweten ge,,weld aan, door eene valsche verklaring af te leggen; ,,doch neem ik in mijne acte, ter besparing van een ,,ten honderd registratieregt, de oorzaak der schuld niet ,,op, ik ontduik geene belasting, omdat het mij èn ,,volgens de wet, èn volgens de billijkheid volkomen ,,geoorloofd is de oorzaak der schuld weg te laten. ,,Maken wij op een en ander in ons werk oplettend, ,,wij leeren geene belasting ontduiken, maar besparen... ,,Ontduiking dus van registratieregten heeft dan alleen ,,plaats, wanneer de acte geheel iets anders vermeldt dan partijen werkelijk overeenkwamen of deden, niet als zij ,,tusschen twee overeenkomsten die beiden tot hetzelfde. ,,doel leiden, de minst belaste kiezen."

Waarlijk, indien ik de verschijning der adviezen een verblijdend verschijnsel noemde, het programma daarvan, zooals het in bovenstaande regelen vervat is, logenstraft mij niet. De vraag is maar of de schrijver dat programma wel altijd levendig voor oogen had en of hij zich in zijne adviezen consequent daaraan heeft gehouden.

Ik moet tot mijn leedwezen bekennen, dat een vlugtige blik in die geschriften mij reeds hier en daar sporen van het tegendeel deed ontdekken.

Als een enkel voorbeeld verwijs ik naar het behandelde op bladzijde 95 van den jaargang 1857. De aldaar behandelde vraag is deze: „Kan bij elken verkoop ,,van onroerend goed het regt wegens eigendomsovergang ,,worden bespaard?"

De schrijver deelt daar mede, dat de betaling dier

regten van eigendomsovergang voortaan aan de willekeur der belanghebbenden is overgelaten, want dat de Hooge Raad bij arrest van 5 December 1856 heeft beslist, dat er niet meer registratieregt dan f 2.40 verschuldigd is op eene acte van ontbinding eener vennootschap, waarbij de onroerende goederen van die vennootschap aan eenen anderen deelgenoot worden toebedeeld dan die ze in de vennootschap bragt.

Als voorbeeld hoe men ten gevolge daarvan de evenredige belasting kan ontduiken, wordt het volgende aangehaald.

,,Stel dat A verkoopt aan B eene boerenhoeve voor ,,f 30000.-, doch dat men de f 1200.- mutatieregten ,,en de opcenten wil ontgaan.

[ocr errors][merged small]

,,In plaats van eene acte van verkoop, verlijden par,,tijen eene acte van maat- of vennootschap. A brengt ,,in de maatschap in eigendom in, zijne bouwhoeve, „B. de f 30.000. De acte wordt tegen f 2.40 geregis,,treerd. Na de hypothecaire overschrijving verlijden A ,,en B eene acte van ontbinding der maatschap, waarbij ,,zij aan B toedeelen de bouwhoeve, aan A de f 30.000.-. ,,Ook deze acte is dan slechts aan f 2.40 registratieregt ,,onderworpen, terwijl partijen volkomen hun doel be„reikt hebben. De handelwijze is ontegenzeggelijk wet,,tig en zal wel geene toelichting behoeven, zij kan ,,zelfs gevolgd worden al wordt de koopsom niet dade,,lijk betaald."

Hoe luidt nu 's mans programma?

,,Frauduleuze acten zijn de zoodanigen waarin men gene ,,onwaarheid vermeldt, enz. enz.”

Ik vraag

alleen maar, vermeldt men eene onwaarheid

door te verklaren, dat men eene vennootschap aangaat wanneer men niet het minste plan heeft om zoodanig contract te sluiten of iets te doen wat tot zoodanige overeenkomst betrekking heeft, of moet zoo iets waarheid genoemd worden?

Neen, ik geloof dat die vennootschap volgens des schrijvers eigene explicatie tot de frauduleuze acten behoort, maar hij werpt het groote publiek zand in de oogen, door te verklaren, dat hij reeds lang dit gevoelen was toegedaan, maar, gedachtig aan zijn programma, daarvoor eerst heeft durven uitkomen nu de Hooge Raad dat gevoelen heeft bevestigd.

De Hooge Raad heeft echter alleen uitgemaakt dat, wanneer er eene werkelijk bestaande vennootschap, die als zoodanig steeds is erkend en heeft gehandeld, wordt ontbonden, de goederen, zonder betaling van evenredig registratieregt, aan een ander kunnen worden toebedeeld dan die dezelve heeft ingebragt, maar daarmede is volstrekt niet gezegd, dat het iedereen geoorloofd zou zijn om te verklaren, dat hij eene vennootschap aanging, terwijl hij het inderdaad niet deed. Die gevolgtrekking werd ten onregte gemaakt; en al mogt door de bestaande uitspraak den weg tot ontduiking ook al geopend zijn, het blijft altijd nog twijfelachtig of die uitspraak dezelfde zou zijn wanneer een blijkbaar gesimuleerd contract aan de beoordeeling van het hoogste regterlijke collegie werd onderworpen. Zeker blijft het intusschen, dat de verklaring van eene vennootschap aan te gaan, die men werkelijk niet aangaat, valsch is, en de daarvan opgemaakte acte, frauduleus.

Het programma werd dus overschreden.

Een tweede voorbeeld van de afwijking van het pro

gramma wordt gevonden op bladzijde 172 van den jaargang 1859.

Het daar behandelde geval betreft eenen uitersten wil, waarin de erflater verklaart zekere som aan een zijuer erfgenamen of aan een derden schuldig te zijn. Als middel om het deswege verschuldigde registratieregt ad 1% te ontgaan, raadt de schrijver aan om, in plaats van de schuldbekentenis, in den uitersten wil de verklaring op te nemen, dat men de bewuste som van den schuldeischer heeft in bewaring genomen.

Ik laat hier de vraag in het midden, of het regt van 1% zoodoende werkelijk wordt ontgaan. Maar genoeg, de heer DE GELDER stelt zich dit voor, doch schijnt te vergeten dat men zijn raad volgende eene frauduleuze acte opmaakt. Er zal toch wel niemand gevonden worden, die durft beweren dat het waarheid is, wanneer men verklaart in bewaring genomen te hebben, terwijl men werkelijk heeft ter leen ontvangen, en eene onware verklaring met het doel om minder registratieregt te betalen is, volgens het programma, frauduleus.

Was het mijn doel om aan te toonen, dat de schrijver zich in den regel niet, bij uitzondering wel aan zijn programma heeft gehouden, zoo zou het mij weinig moeite kosten om de beide aangehaalde voorbeelden met een zeer groot getal te vermeerderen. Maar dat doel heb ik mij geenszins voorgesteld; want wat doet het er eigentlijk toe, of iemand zich bij het schrijven van eenig werk aan een bepaald en vooraf vastgesteld programma houdt, wanneer hetgeen hij schrijft maar degelijk, goed en waar is. En of nu de heer DE GELDER raad wil geven om belasting te besparen of belasting te ontduiken, ieder moet voor zich weten in

hoeverre of hij door ontduiking met zijn geweten weet te transigeren, en in hoeverre hij door besparing die transactie niet behoeft. De eenige reden waarom door den schrijver een programma werd vastgesteld, waaraan hij zich toch niet heeft gehouden, kan naar mijn inzien zijn, dat hij zich heeft geschaamd er openlijk voor uit te komen, iemand iets aan te raden wat volgens de publieke opinie onzedelijk is, en dientengevolge de vrees om minder debiet van zijn werk te zien, als die publieke opinie tegen hem was.

Het doel dat ik mij voorstelde toen ik voor eenigen tijd de adviezen van den heer DE GELDER kocht, was het volgende:

Ik had veel over die adviezen hooren spreken en er nu en dan ook eenige in praktijk zien brengen, en het was mij steeds opgevallen, dat uit liefde voor het edel en goed doel, waarmede zij werden uitgegeven, de voorzigtigheid zeer dikwijls was uit het oog verloren, en men om partijen een betrekkelijk gering regt te doen behouden, hen overeenkomsten deed opmaken die in de gevolgen oneindig verschillend waren van degenen, die zij zich voorstelden te sluiten, terwijl de notaris hen dikwijls aan eene benadeeling blootstelde, van oneindig meer belang dan de geringe som, die hen voorloopig werd bespaard. Ik vrees voor die nadeelige gevolgen nog meer nu door de genoemde prijsvermindering de adviezen meer algemeen verspreid zullen worden, en ik vond het daarom juist nu een geschikten tijd om voor het een en ander, wat mij gevaarlijk en onjuist voorkomt, te waarschuwen. Bijzonder doet het mij leed, dat, terwijl ik dit schrijf, de heer DE GELDER niet meer in leven is. Uit eene correspondentie door hem medege

« EdellinenJatka »